In augustus 1975
moesten alle werkzaamheden van de Consumer Products groep worden overgeplaatst
naar Amsterdam waar we boven de oude Shell Shop kwamen te zitten tegenover de
grote werkplaats. Na een tijdje werd duidelijk dat Shell de polymeren activiteit
wilde inperken en we gingen van 1000 naar 350 man, zonder gedwongen ontslagen.
Rijswijk en Den Haag vingen mensen op en velen
kochten “goedkope” huizen in de Zaanstreek, Purmerend, Hoorn, De Rijp enz,
kregen een mooie onkostenvergoeding en vonden hun weg in Amsterdam, het
KSLA.
Het lab dat ze verlieten, KSPLD, Koninklijke Shell Plastics
Laboratorium Delft aan de Broekmolenweg, werd gesloten en is nu een woonwijk. In
Engeland gebeurde dat ook, daar werd een Lab gesloten in Egham en Carrington,
zodat we meteen in een erg internationale omgeving zaten met Engelsen, Hongaren,
Polen, Amerikanen enz. Het werk voor Consumer Products was erg gevarieerd: vele
parfums werden getest, reukpanels moesten worden georganiseerd en zo riep ik van
tijd tot tijd mensen op om te komen ruiken aan luchtverfrissers (slow release
airfreshners, airball), die een tijd aan extreme omstandigheden waren
blootgesteld. Als de geur dan veranderd was, werd dat product afgekeurd. Vele
polymeren (plastics) heb ik daar verwerkt:PP,
PVC, PS, PE, TPX (polymethylpenteen), Polyvinylalcohol, Ethyleenvinyl acetaat,
methylmetacrylaat enz. Elk met z’n specifieke eigenschappen. We waren veel aan
het brainstormen om nieuwe afzetgebieden te vinden voor onze nog niet bestaande
producten.
|

Moderne Spuitgietmachine

Vergadering rond de
Arburg met
Roy van Steenbergen, Nico de Zeeuw, Peter Videler, Jaap Boelhouwer,
Arjen Miedema, Jan van Zomeren en Rudy Klerks. We zien ook een klein
gedeelte van de Engel spuitgietmachine en de Ankerwerk waar we mooie
wasbakken op konden maken
|
In februari 1977 kwam als een slag bij heldere hemel het bericht
dat we van 21 man naar 7 moesten. Dat betekende
voor mij weer een andere baan, nu in het polymeren-centrum (PMC) bij Hans
Choufoer in de Polyprop homopol: ontwikkeling van film voor de condensatoren.
Dagen zat ik aan de machine met een gelcounter, een apparaat dat spikkeltjes,
die voor het oog nauwelijks zichtbaar
waren, telde. Voor de Fransman Gerard Le Mans moest ik allerlei vreemde proefjes
doen. Mijn testervaring kwam me weer goed van pas en ik mocht weer extruderen en
spuitgieten. Intussen kwamen er programmeerbare rekenmachines op de markt,
waarin ik me verdiepte en
op de rekenafdeling mocht ik gebruik maken van de computer zoveel als ik wilde.
Nou ja,computer,
het was een 4-bits processor, een 32 karakakter display, 8 kb ROM en 8 kb RAM,
maar heel leerzaam. Daar is de basis gelegd voor mijn ontwikkeling op PC gebied.
|

|
In september 1979 werde ik overgeplaatst naar Frans Waals, waar
ik tot april 1984 werkte aan de karakterisering
van copolymeren, maar ook homopol PP. Daar is mijn
Fingerspitzengefühl ontwikkeld en mijn liefde voor dit prachtige polymeer. Het
is nu 2006 dat ik het schrijf, maar ik kan nog steeds tranen in m’n ogen krijgen
als ik sommige producten van PP zie. In de periode ’78 en ’79 heb ik twee
cursussen bij de SORK gedaan op eigen terrein. Extrusie bij Wim Vermeulen en
Spuitgieten bij Sjoerd Dagniaux. In 1980 mocht ik samen met Rudy Klerks een week
naar een
Maintanance and Utilisation course in Sheffield bij de firma Bone Cravens
Daniels, omdat wij van hen een machine gekocht hadden.
 
|
  
 
|